"Waarom moest ik je telkens weervinden waar ik je toch iedere keer reddelozer verloor?
Aan noodlot kan ik niet geloven want jouw lot kon ik nooit delen, nauwelijks aanraken en om te weten of ik het eens heb gewend, daarvoor heb ik niet lang genoeg geleefd."
Aus: J. Slauerhoff: Larrios (in: Schuim en asch, Bussum 1930)